Heer, de bescheiden vrouwen die u volgden naar Golgotha
Verbergen zich. Diep in de kitten, op een smerige sofa
Worden ze bevuild door de misère van de man.
Honden vreten aan hun botten, en met sterkedrank
Verzuipen ze hun ontucht, om zelf niet te begeven.
Heer, als zo'n vrouw tot me spreekt, begin ik te beven.
Ik zou u willen zijn om te houden van de hoeren.
Heer, heb meelij met de hoeren.
|