PAUL DEMETS
terug naar fondslijst
home
|
|
file:\\ druksel \ fondslijst \ Paul Demets\meer
In het universum van Paul Demets wordt de ik belaagd, door
de wereld, door de anderen. De kunst bestaat erin om (De kunst
is) een standpunt te bepalen. En dat standpunt is talig. Natuurlijk
verwijzen de gedichten van Demets naar de werkelijkheid (de
dichter is zelfs niet te beroerd om concreet aan te duiden naar
wie of wat dat bepaald gedicht verwijst) maar het poëticaal
gebeuren speelt zich louter en alleen in de taal af. Daarom
verwijst deze poëzie ook naar cultuur en is ze intellectualistisch,
ze schroomt niet zich te tonen. Bij hem geen valse spelletjes
die op een omfloerste manier toch weer de dichtersziel willen
blootleggen.
Demets toont zich ook een ambachtsman: de vorm van zijn gedichten,
cycli en bundels is doordacht en heeft zelf ook betekenis waardoor
hij de inhoud van de gedichten zelf verhevigt. Deze zelfbewustheid
staat ver van het modieuze af of van wat vandaag de dag bon
ton is en vormt de kracht van deze poëzie. Hij ontregelt
het denken, niet door het tegengestelde te poneren, de romantiek
te omarmen, maar door binnen het denken zelf te wroeten. Daardoor
komt dit op losse schroeven te staan. En wordt zijn betoog des
te dwingender.
DRUKsel geeft van hem de cyclus ‘Vrees voor het bloemstuk’
uit.
Paul Demets kreeg voor De papegaaienziekte de Provinciale prijs
voor letterkunde van de provincie Oost-Vlaanderen (2001). Hij
is o.a. poëziecriticus voor het magazine Knack en medewerker
bij Klara.
|